Ogen: meestal grijsblauw, grijsbruin, blauw, bruingroen en hazelnootbruin. Teint: lichte, rozeachtige huid met blauwachtige ondertoon. Haren: lichte tinten als licht- tot donkerblond, altijd met asblonde basis, waardoor de haren vaak dof lijken.
KENMERKEN
Ogen: meestal grijsblauw, grijsbruin, blauw, bruingroen en hazelnootbruin. Teint: lichte, rozeachtige huid met blauwachtige ondertoon. Haren: lichte tinten als licht- tot donkerblond, altijd met asblonde basis, waardoor de haren vaak dof lijken.
DO´S
Ideaal voor het zomertype zijn klassieke designs en soepele stoffen. Kies zachte kleuren met een blauwe ondertoon (koude kleuren). Poederkleuren en pasteltinten staan je het best. Vermijd donkere en felle kleuren.